Gereedschap

Gereedschapwagen is vooral belangrijk bij bouwwerkzaamheden. Ze worden voornamelijk gebruikt om dingen in elkaar te zetten (bijvoorbeeld hamers en schiethamers) of om ze uit elkaar te halen (bijvoorbeeld drilboor en zagen). Gereedschappen worden vaak geclassificeerd als handgereedschap en elektrisch gereedschap. Handgereedschap omvat alle niet-aangedreven gereedschappen, zoals hamers en tangen. Elektrisch gereedschap wordt onderverdeeld in klassen, afhankelijk van de krachtbron: elektrisch gereedschap (aangedreven door elektriciteit), pneumatisch gereedschap (aangedreven door perslucht), gereedschap op vloeibare brandstof (meestal aangedreven door benzine), kruitschiethamer (meestal aangedreven door een explosief en bediend als een pistool) en hydraulisch gereedschap (aangedreven door druk van een vloeistof). Elk type heeft een aantal unieke veiligheidsproblemen.

Breed scala in gereedschapswagen

Handgereedschap omvat een breed scala aan gereedschappen, van bijlen tot sleutels. Het grootste gevaar van handgereedschap is dat het wordt geraakt door het gereedschap of door een stuk materiaal waaraan wordt gewerkt. Oogletsel komt vaak voor bij het gebruik van handgereedschap, omdat een stuk hout of metaal kan wegvliegen en in het oog kan blijven steken. Enkele van de grootste problemen zijn het gebruik van het verkeerde gereedschap voor de klus of een gereedschap dat niet goed is onderhouden. De maat van het gereedschap is belangrijk: sommige vrouwen en mannen met relatief kleine handen hebben moeite met groot gereedschap. Saai gereedschap kan het werk veel zwaarder maken, meer kracht vergen en meer verwondingen tot gevolg hebben. Een beitel met een paddenstoelenkop kan bij een botsing versplinteren en fragmenten laten vliegen. Het is ook belangrijk om een ​​goed werkoppervlak te hebben. Het snijden van materiaal in een onhandige hoek kan leiden tot evenwichtsverlies en letsel. Daarnaast kunnen handgereedschappen vonken produceren die explosies kunnen doen ontbranden als er gewerkt wordt in de buurt van brandbare vloeistoffen of dampen. In dergelijke gevallen is vonkbestendig gereedschap nodig, zoals dat van messing of aluminium.

Elektrische gereedschapswagen

Elektrische gereedschapswagen is over het algemeen gevaarlijker dan handgereedschap, omdat de kracht van het gereedschap wordt vergroot. De grootste gevaren van elektrisch gereedschap zijn het per ongeluk starten en uitglijden of uit balans raken tijdens het gebruik. De stroombron zelf kan verwondingen of de dood veroorzaken, bijvoorbeeld door elektrocutie met elektrisch gereedschap of benzine-explosies van gereedschap op vloeibare brandstof. De meeste elektrische gereedschappen hebben een afscherming om de bewegende delen te beschermen terwijl het gereedschap niet in gebruik is. Deze bewakers moeten in goede staat verkeren en niet worden opgeheven. Een draagbare cirkelzaag moet bijvoorbeeld een bovenste beschermkap hebben die de bovenste helft van het blad bedekt en een intrekbare onderste beschermkap die de tanden bedekt terwijl de zaag niet in werking is. De intrekbare beschermkap moet automatisch terugkeren om de onderste helft van het mes te bedekken wanneer het gereedschap klaar is met werken. Elektrisch gereedschap heeft vaak ook veiligheidsschakelaars die het gereedschap uitschakelen zodra een schakelaar wordt losgelaten. Andere gereedschappen hebben vergrendelingen die moeten worden ingeschakeld voordat het gereedschap kan werken. Een voorbeeld is een bevestigingsgereedschap dat met een bepaalde druk tegen het oppervlak moet worden gedrukt voordat het kan vuren.